De kerk
Adres: Centrumstraat, 9870 Olsene
Openingsuren: Tijdens de winter (november t.e.m. maart) van 9 tot 16 u, in de zomer (april t.e.m. oktober) van 9 tot 18 u. Geleide bezoeken kunnen aangevraagd worden bij de voorzitter van de kerkfabriek, Albert Dhuyvetter, op het nummer 09 388 93 19. Afstand tot de school: ongeveer 450 m |
De huidige kerk op het dorp werd gebouwd van 1876 tot 1880. Deze kerk kwam er in vervanging van de oude kerk die zich dichtbij de oude Leie bevond. Omdat die oude kerk te klein werd voor de vele parochianen van Olsene, werd gekozen voor een nieuwe, grotere kerk. Deze werd gebouwd op de "Sint-Pieterszandberg".
Tijdens de Eerste en de Tweede wereldoorlog werd de kerk telkens voor een groot deel verwoest. In die periode konden de mensen terecht in de noodkerk, een houten barak naast het Breugelhof.
In de voorbije jaren werd de kerk grondig gerestaureerd. De buitenmuren kregen een herstelbeurt en ook de binnenkant werd mooi herschilderd zodat we nu in een verzorgde kerk kunnen Eucharistie vieren.
In onze kerk hangen ook heel wat rouwborden. Die herinneren aan belangrijke personen. Meer info hierover vind je onderaan deze tekst.
Sinds 5 april 2002 is onze kerk ook een kruisweg rijker. Het is een kunstwerk gemaakt door twee Olsense kunstenaars: schilder Marcase en dichter Paul Demets. Meer uiteg hierover vind je verder op dit blad.
Extra info:
Naar het oordeel van bevoegde mensen, zal men te Olsene, zoals bijna overal in de "Lage Landen" reeds rond de jaren 800 een kerk of bidplaats gehad hebben. Op welke plaats van de parochie deze eerste kerk zich bevond en wat er in de loop van de eeuwen mee gebeurd is, kon niet met zekerheid achterhaald worden. Er werd een vermelding gemaakt in 1171 bij de schenking van een altaar aan de kathedraal van Doornik. Zeker is dat er reeds een kerk was te Olsene in 1417. In dit jaar immers werd, volgens het kerkelijk archief dat bewaard wordt te Gent, Jan De Hont hier benoemd als pastoor. Vermoedelijk werd de kerk wederopgericht na een verwoesting in 1584.
Tijdens de Eerste en de Tweede wereldoorlog werd de kerk telkens voor een groot deel verwoest. In die periode konden de mensen terecht in de noodkerk, een houten barak naast het Breugelhof.
In de voorbije jaren werd de kerk grondig gerestaureerd. De buitenmuren kregen een herstelbeurt en ook de binnenkant werd mooi herschilderd zodat we nu in een verzorgde kerk kunnen Eucharistie vieren.
In onze kerk hangen ook heel wat rouwborden. Die herinneren aan belangrijke personen. Meer info hierover vind je onderaan deze tekst.
Sinds 5 april 2002 is onze kerk ook een kruisweg rijker. Het is een kunstwerk gemaakt door twee Olsense kunstenaars: schilder Marcase en dichter Paul Demets. Meer uiteg hierover vind je verder op dit blad.
Extra info:
Naar het oordeel van bevoegde mensen, zal men te Olsene, zoals bijna overal in de "Lage Landen" reeds rond de jaren 800 een kerk of bidplaats gehad hebben. Op welke plaats van de parochie deze eerste kerk zich bevond en wat er in de loop van de eeuwen mee gebeurd is, kon niet met zekerheid achterhaald worden. Er werd een vermelding gemaakt in 1171 bij de schenking van een altaar aan de kathedraal van Doornik. Zeker is dat er reeds een kerk was te Olsene in 1417. In dit jaar immers werd, volgens het kerkelijk archief dat bewaard wordt te Gent, Jan De Hont hier benoemd als pastoor. Vermoedelijk werd de kerk wederopgericht na een verwoesting in 1584.
De kerk van Olsene bevond zich toen te midden van de eerste dorpskern dichtbij de oude Leie, op de plaats waar zich het kerkhof bevindt. Hoe die kerk er uitzag weten we slechts bij benadering. Jozef Huys, een inwoner van Olsene, heeft destijds op mondelinge aanduidingen van een bejaard dorpsgenoot, Alfons Deley, een kleine schets van deze oude kerk en van de naaste omgeving gemaakt. Op dit schilderwerkje, dat in 1993 aan de kerkfabriek van Olsene geschonken werd, zien we een niet al te grote kerk.
|
In het jaar 1870 werd Petrus Van den Steene uit Evergem in deze kerk als pastoor aangesteld. Drie jaar later, op 4 oktober 1873, pas 55 jaar oud, overleed hij.
Een paar weken later, op 16 oktober 1873, werd zijn opvolger J.B. De Cuyper uit St. Gillis Dendermonde, in zijn plaats benoemd en na enkele dagen, nl. op 28 oktober, als pastoor van Olsene aangesteld.
Vanaf zijn eerste weken van zijn verblijf te Olsene was E.H. De Cuyper tot de vaststelling gekomen, dat de parochiekerk te klein was, gezien het aantal inwoners van Olsene zelf (2100) en de vele gelovigen van naburige parochies die hier naar de kerk kwamen. Om te voldoen aan het uitdrukkelijk verlangen van al deze mensen, riep E.H. Pastoor de leden van zijn Kerkraad samen in een speciale vergadering. Hij overtuigde hen van de dringende noodzakelijkheid de bestaande parochiekerk te vergroten. Met eenparigheid van stemmen werd besloten alles in het werk te stellen om dit plan zo spoedig mogelijk te laten uitvoeren. Het gemeentebestuur was echter niet onmiddellijk te overtuigen.
Drie jaar lang bleef E.H. De Cuyper naar een oplossing zoeken. Eindelijk in het jaar 1877 noteerde hij met grote vreugde en voldoening in het memorieboek van de parochie dat hij vanwege geestelijke en burgerlijke overheid toelating ontvangen heeft, niet om de bestaande kerk te vergroten zoals eerst was gepland, maar wel om een nieuwe en ruime kerk te laten bouwen in het nieuwe centrum van de parochie op "Sint-Pieterszandberg" - zoals deze plaats toen werd genoemd. De overgelukkige pastoor legde de eerste steen van de nieuwe kerk op 28 juni 1877 onder de blijde toejuichingen van vele aanwezige parochianen. Op 14 juni 1879 werd het kruis van de oude kerk op de nieuwe geplaatst door August De Paepe, schaliedekker te Wakken. Van de oude kerk is weinig bewaard tenzij de prachtige communiebank in Lodewijk XVe stijl. Een stuk van deze bank werd ook verwerkt in het huidige hoofdaltaar. Op 11 mei 1880 kon de nieuwe kerk ingezegend worden. Dit werd gedaan door E.H. Henricus Verwilghen, deken te Deinze.
Een paar weken later, op 16 oktober 1873, werd zijn opvolger J.B. De Cuyper uit St. Gillis Dendermonde, in zijn plaats benoemd en na enkele dagen, nl. op 28 oktober, als pastoor van Olsene aangesteld.
Vanaf zijn eerste weken van zijn verblijf te Olsene was E.H. De Cuyper tot de vaststelling gekomen, dat de parochiekerk te klein was, gezien het aantal inwoners van Olsene zelf (2100) en de vele gelovigen van naburige parochies die hier naar de kerk kwamen. Om te voldoen aan het uitdrukkelijk verlangen van al deze mensen, riep E.H. Pastoor de leden van zijn Kerkraad samen in een speciale vergadering. Hij overtuigde hen van de dringende noodzakelijkheid de bestaande parochiekerk te vergroten. Met eenparigheid van stemmen werd besloten alles in het werk te stellen om dit plan zo spoedig mogelijk te laten uitvoeren. Het gemeentebestuur was echter niet onmiddellijk te overtuigen.
Drie jaar lang bleef E.H. De Cuyper naar een oplossing zoeken. Eindelijk in het jaar 1877 noteerde hij met grote vreugde en voldoening in het memorieboek van de parochie dat hij vanwege geestelijke en burgerlijke overheid toelating ontvangen heeft, niet om de bestaande kerk te vergroten zoals eerst was gepland, maar wel om een nieuwe en ruime kerk te laten bouwen in het nieuwe centrum van de parochie op "Sint-Pieterszandberg" - zoals deze plaats toen werd genoemd. De overgelukkige pastoor legde de eerste steen van de nieuwe kerk op 28 juni 1877 onder de blijde toejuichingen van vele aanwezige parochianen. Op 14 juni 1879 werd het kruis van de oude kerk op de nieuwe geplaatst door August De Paepe, schaliedekker te Wakken. Van de oude kerk is weinig bewaard tenzij de prachtige communiebank in Lodewijk XVe stijl. Een stuk van deze bank werd ook verwerkt in het huidige hoofdaltaar. Op 11 mei 1880 kon de nieuwe kerk ingezegend worden. Dit werd gedaan door E.H. Henricus Verwilghen, deken te Deinze.
Op 4 augustus 1914 begon de Eerste Wereldoorlog. In het memorieboek van de parochie werd een kort verslag gegeven over de gebeurtenissen hier te plaatse tijdens deze zeer moeilijke en treurige periode. Vooral op het einde van deze vier ellendige oorlogsjaren had de parochiekerk veel te lijden en werd ze bijna totaal verwoest. Op 19 oktober 1918 begon de beschieting van het dorp. Op woensdag 23 oktober werd het grootste deel van de kerk, ook het splinternieuwe orgel, met springstof totaal vernield. De burgerlijke overheid zorgde toen voor een voorlopige houten hulpkerk met ingang langs de grote baan. In de maand juni van het jaar 1925 was de kerk weer zo goed als helemaal hersteld en kon men de noodkerk verlaten.
|
Op 14 mei 1940 vielen de Duitse troepen echter opnieuw ons land binnen. Enkele dagen later, op vrijdag 24 mei, begon de beschieting van Olsene en werden vele huizen en ook de kerk zwaar beschadigd. Vele inwoners gingen op de vlucht. Na drie dagen hield de beschieting eindelijk op. De kerk was een puinhoop en totaal onbruikbaar geworden. De eerste dagen werd Eucharistie gevierd in de kapel van het klooster. Daarna kwam men terug naar de noodkerk van de eerste oorlog: de loods naast het Breugelhof. Het einde van de oorlog kwam pas vijf jaar later. De heropbouw van de kerk kon weer worden aangevat. Op zondag 12 april 1953 kon de herstelde kerk weer in gebruik genomen worden. Dat was een grote dag voor Olsene. Meer dan duizend parochianen namen blij en dankbaar deel aan de plechtigheid.
|
Er bleef echter nog heel wat op te knappen aan en in de opnieuw gerestaureerde kerk. Dat zou geleidelijk in de volgende maanden en jaren gebeuren. De twee grootste klokken waren tijdens de oorlog op bevel van de Duitse overheid weggehaald. Twee nieuwe klokken werden plechtig ingewijd in 1955 door de deken van Deinze. In 1959 kwam het nieuwe orgel, dat werd ingewijd door de bisschap van Gent.
In 1987 drongen algemene restauratiewerken zich op die thans beëindigd zijn.
In 1987 drongen algemene restauratiewerken zich op die thans beëindigd zijn.
Rouwborden in onze kerk:
Er zijn maar weinig kerken in onze streek waar zoveel wapenschilden of blazoenen te kijk hangen als in onze kerk van Olsene. Het zijn evenveel herinneringen uit het verleden, soms zelfs uit lang vervlogen tijden. Maar ze "spreken" ons over een stuk dorpsgeschiedenis.
De wapenschilden vinden we terug op de rouwborden, vaak obiits genoemd. Rouwborden herinneren aan een, gewoonlijk adellijke of kerkelijke hooggekwalificeerde overledene, die zich voor de plaatselijke kerk of voor de lokale bevolking verdienstelijk had gemaakt.
Er zijn maar weinig kerken in onze streek waar zoveel wapenschilden of blazoenen te kijk hangen als in onze kerk van Olsene. Het zijn evenveel herinneringen uit het verleden, soms zelfs uit lang vervlogen tijden. Maar ze "spreken" ons over een stuk dorpsgeschiedenis.
De wapenschilden vinden we terug op de rouwborden, vaak obiits genoemd. Rouwborden herinneren aan een, gewoonlijk adellijke of kerkelijke hooggekwalificeerde overledene, die zich voor de plaatselijke kerk of voor de lokale bevolking verdienstelijk had gemaakt.
Het rouwbord zegt op welke datum de betrokken persoon "obiit", wat Latijn is dat heel eenvoudig betekent: "hij (zij) overleed". Die vermelding "obiit" heeft de naam gegeven aan heel het bord. Soms vermeldt het bord ook de geboortedatum en zeg dan "natus" (voor een man) of "nata" (voor een vrouw). Op een rouwbord vind je echter nooit de naam van de overledene. Centraal staat wel een heraldisch wapen afgebeeld. Dat wapen verraadt wie de betrokken overledene is. |
Het aanbrengen van rouwborden in kerken vond in Europa ingang in de 15e eeuw. Men wilde aldus bepaalde overledenen in "eeuwige" gedachtenis houden. Het ging om mensen die zich bijzonder verdienstelijk hadden gemaakt, als bouwheer of beschermer van het kerkgebouw of als weldoener van de kerkgemeenschap. Veelal werden deze mensen niet op een kerkhof maar in de kerk zelf begraven, onder het plaveisel of in een praalgraf.
Een rouwbord is altijd een werkelijk beschilderd bord, geen doek dus, maar een houten omlijst berd. De achtergrond is zwart, waarop wapen en opschriften in (heraldische) kleuren werden geschilderd. De vorm evolueerde van rond over ovaal naar ruitvormig. De rouwborden in onze kerk zijn alle ruitvormig.
Het is een meevaller dat er nog zoveel hangen in onze kerk. Omwentelingen en revoluties op het einde van de 16e en van de 18e eeuw waren gekant tegen de adel en de geestelijkheid. Haat werd botgevierd op al wat hogere standen of godsdienst toebehoorde of eraan herinnerde. Bij plundering van kerken en kapellen zijn aldus ook zeer veel rouwborden vernield. En in de oorlogsravages van 1940 heeft onze kerk het hard te verduren gehad. Daarbij zijn dertien van de oudste rouwborden door vernieling reddeloos verloren gegaan. Dertien zijn gespaard gebleven; het oudste dateert van 1735.
Een rouwbord is altijd een werkelijk beschilderd bord, geen doek dus, maar een houten omlijst berd. De achtergrond is zwart, waarop wapen en opschriften in (heraldische) kleuren werden geschilderd. De vorm evolueerde van rond over ovaal naar ruitvormig. De rouwborden in onze kerk zijn alle ruitvormig.
Het is een meevaller dat er nog zoveel hangen in onze kerk. Omwentelingen en revoluties op het einde van de 16e en van de 18e eeuw waren gekant tegen de adel en de geestelijkheid. Haat werd botgevierd op al wat hogere standen of godsdienst toebehoorde of eraan herinnerde. Bij plundering van kerken en kapellen zijn aldus ook zeer veel rouwborden vernield. En in de oorlogsravages van 1940 heeft onze kerk het hard te verduren gehad. Daarbij zijn dertien van de oudste rouwborden door vernieling reddeloos verloren gegaan. Dertien zijn gespaard gebleven; het oudste dateert van 1735.
De nieuwe kruisweg:
"Haltes", zo heet dit kunstwerk, is een alternatieve kruisweg. Een klassieke kruisweg, zoals er in onze kerk ook al jarenlang een hangt, bestaat uit 14 staties die het lijden van Christus op weg naar Golgotha uitbeelden. Met de oproep van de bisschoppen tijdens het Jubeljaar 2000 in het achterhoofd om meer religieuze kunst in de kerk te laten zien, gaf pastoor Alfons Gosseye twee plaatselijke bezielde kunstenaars de opdracht een nieuwe kruisweg te maken.
Een eigentijdse bezinning op lijden, dood en verrijzenis is het geworden. Woord en beeld zitten erin vermengd. Dichter Paul Demets en beeldend kunstenaar Marcase, allebei afkomstig uit Olsene, hebben samen vanuit het niets een nieuw werk gecreëerd. De dichter heeft zich geïnspireerd op het Lucasevangelie. Hij schreef 'drie gedichten voor een kruisweg' die je tot je moet laten spreken. Je kunt ze lezen en herlezen. Het is zeker stof om te laten bezinken. Maar je moet het zelf ontdekken. |
Het werk is opgebouwd uit twee kleuren: blauw en wit. Het bestaat uit in totaal 28 vierkante panelen. Op de donkerblauwe vierkanten wordt het lijdensverhaal uitgebeeld. Het zijn telkens monochrome taferelen van blauw op blauw. Die donkere panelen omringen 5 witte vierkanten die een kruis vormen in het midden van het werk. Het heldere witte licht in het midden
In het midden gaapt een helder wit licht. Het nieuwe leven lijkt zich door het afgebeelde lijden heen een weg te zoeken. Links en rechts van het kruis trekken twee panelen de aandacht: daarop geen Jezusfiguur, maar wel telkens een ontvleesd bot. Alternatief is deze kruisweg om vele redenen. Bijvoorbeeld omdat ervoor gekozen werd de bekende volgorde van het lijdensverhaal te doorbreken met een kruis dat middenin het lijden staat. Ook omdat dit werk als één geheel bedoeld is. Je moet het in zijn geheel op je laten afkomen. Bij een klassieke kruisweg kunnen de verschillende staties los van elkaar opgehangen worden in de kerk. Zo worden ze dan haltes bij een rondgang. Het gebruik van blauw en wit in verschillende tinten is op zich ook wel bijzonder. Het maakt 'Haltes' tot een erg meditatief werk. |
Brochure:
Meer info over onze kerk vind je ook op de website van de provincie Oost-Vlaanderen onder de rubriek "Erfgoedsprokkels".
De brochure van onze kerk kan je hier downloaden: Sint-Pieterskerk Olsene
(bron: https://oost-vlaanderen.be/ontspannen/publicaties/erfgoedsprokkels.html)
Meer info over onze kerk vind je ook op de website van de provincie Oost-Vlaanderen onder de rubriek "Erfgoedsprokkels".
De brochure van onze kerk kan je hier downloaden: Sint-Pieterskerk Olsene
(bron: https://oost-vlaanderen.be/ontspannen/publicaties/erfgoedsprokkels.html)
Bezoek aan de kerk door de 1e kleuterklas
We gaan op stap naar de kerk voor een waarneming van:
- de kerk aan de buitenkant
- de binnenkant van de kerk
- het altaar en het bijbelboek
- de kerk aan de buitenkant
- de binnenkant van de kerk
- het altaar en het bijbelboek