Villa Rozenhof
De villa werd gebouwd in 1927 door het echtpaar jozef Van den weghe- de Busseré. De familie Van den weghe verwerkte pelzen en had een fabriek in de toenmalige Stationstraat (nu Centrumstraat: Pelvan = Pelzen Van den weghe), de villa ligt trouwens dichtbij de Pelzenfabriek. De villa dankt haar naam aan de grote bijhorende tuin die vol stond met rozen!
Tot de na de tweede wereldoorlog waren alle burgemeesters van Olsene telgen van de adellijke familie Piers de Raveschoot (kasteelheren Olsene), met als laatste in de rij Stanislas Piers de Raveschoot (vader van Jonkvrouw Solange).
Tussen de twee wereldoorlogen ontstaat er echter een oppositie beweging die geleid wordt door de gebroeders Van den weghe, “neringdoeners” actief in de pelzenhandel.
Na WOII overlijdt Stanislas Piers de Raveschoot, en zijn dochter Solange neemt de fakkel over en doet bij de verkiezing in 1946 een gooi naar de burgemeesterstitel. Tot ieders verwondering verliezen de “aanhangers van het kasteel “ de verkiezingen. De partij Vandenweghe werd getrokken door Esther De Busseré, echtgenote van Jozef Van den Weghe. Deze laatste was tijdens de oorlog in opspraak gekomen wegens vermeende samenwerking met de duitsers (zoals vele fabriekeigenaars) en had zich uit de politiek teruggetrokken, ten voordele van zijn echtgenote Esther De Busseré. Zij haalt evenveel stemmen als haar partijgenoot Leon De Wael (vroegere gemeentesecretaris en tweede op de lijst), uiteindelijk wordt intern beslist om de burgemeester sjerp aan Leon de Wael te geven. Als Leon De Wael in 1952 overlijdt zal Esther De Busseré die 1e schepen is hem als burgemeester opvolgen en ook de volgende verkiezingen winnen.
Esther de Busseré was niet de eerste vrouwelijke burgemeester in de Belgische geschiedenis, maar toch één van de eersten. In de jaren vijftig van vorige eeuw was een vrouw in de politiek eerder een zeldzaamheid. Ze was dan ook een heel bijzondere dame, die haar mannetje stond in de politieke mannenwereld. Ik herinner mij haar als een zeer gedistingeerd persoon, steeds in keurig mantelpakje en een hoed (dikwijls met brede rand) en toch ook volks in omgang (een beetje type koningin-moeder). Ze is de grootmoeder van de Zultse notaris Xavier Van den Weghe en overgrootmoeder van Geraldine Van den Weghe.
De verkiezingen in 1970 zijn historisch voor Olsene: bij de vorige verkiezingen had de “clan van het kasteel”, geleid door Jozef de Mahieu, steeds het onderspit gedolven tegen de partij van Esther de Busseré. In 1970 (laatste maal dat er in Olsene een burgemeester verkozen wordt, want vanaf 1976 spreken we over de fusiegemeente Zulte) kwamen er echter 3 partijen op en Antoine de Mahieu, zoon van Jozef en kleinzoon van de vroegere burgemeester-kasteelheer Stanislas Piers de Raveschoot, slaagt er in om samen met de andere partij de meerderheid te breken en zo op de valreep toch nog in toch nog eens een burgemeestersjerp voor de “partij van het kasteel” binnen te halen!
Esther verlaat de politiek en trekt zich terug in haar villa Rozenhof, waar ze tot op het einde van haar leven zal verblijven. Ze overlijdt in 1998 op 100-jarige leeftijd.
Een leuke anekdote: Esther was niet in Olsene geboren maar in het West-Vlaamse Ledegem. Op het einde van WOI kwam ze in Olsene bij een familielid terecht, want hun woning in Ledegem was tijdens de bevrijding zwaar beschadigd geraakt. Esther was zeer godvruchtig en ging dagelijks bidden aan Olsene Rotse. Een ander persoon die daar regelmatig ging bidden was...Jozef Van den Weghe. En zo hebben beiden elkaar leren kennen en van ‘t een is ‘t ander gekomen.
Nog een leuk weetje. Na WOII werd de kerk van Olsene hersteld en vanaf 1953 terug in gebruik genomen. De houten noodkerk (stond langs de Staatsbaan, waar nu residentie Noodkerk is) dateerde al van tijdens WOI en was gebouwd door notaris Verougstraete op grond van de familie Piers de Raveschoot. Tussen beide WO werd de noodkerk gebruikt als parochiezaal. Na het herstellen van de kerk vond Esther de Busseré als burgemeester het niet meer opportuun om een zaal van de “clan van het kasteel” als parochiezaal te gebruiken. Naast haar villa Rozenhof bezat ze een braakliggend stuk grond waarop ze haar eigen parochiezaal Sint Pieters liet optrekken (latere Jeugdheem, nu bandencentrale). Zelf heb ik heel goeie herinneringen aan deze zaal: ik heb er mijn eerste kleurenfilm gezien, het optreden van de 3 charels meegemaakt, en Esther de Busseré persoonlijk ontmoet tijdens de prijsuitreiking na de examens in het eerste studiejaar... (Willy Nachtergaele)
Bron: Geschied- en Heemkundige kring van Zulte
Tot de na de tweede wereldoorlog waren alle burgemeesters van Olsene telgen van de adellijke familie Piers de Raveschoot (kasteelheren Olsene), met als laatste in de rij Stanislas Piers de Raveschoot (vader van Jonkvrouw Solange).
Tussen de twee wereldoorlogen ontstaat er echter een oppositie beweging die geleid wordt door de gebroeders Van den weghe, “neringdoeners” actief in de pelzenhandel.
Na WOII overlijdt Stanislas Piers de Raveschoot, en zijn dochter Solange neemt de fakkel over en doet bij de verkiezing in 1946 een gooi naar de burgemeesterstitel. Tot ieders verwondering verliezen de “aanhangers van het kasteel “ de verkiezingen. De partij Vandenweghe werd getrokken door Esther De Busseré, echtgenote van Jozef Van den Weghe. Deze laatste was tijdens de oorlog in opspraak gekomen wegens vermeende samenwerking met de duitsers (zoals vele fabriekeigenaars) en had zich uit de politiek teruggetrokken, ten voordele van zijn echtgenote Esther De Busseré. Zij haalt evenveel stemmen als haar partijgenoot Leon De Wael (vroegere gemeentesecretaris en tweede op de lijst), uiteindelijk wordt intern beslist om de burgemeester sjerp aan Leon de Wael te geven. Als Leon De Wael in 1952 overlijdt zal Esther De Busseré die 1e schepen is hem als burgemeester opvolgen en ook de volgende verkiezingen winnen.
Esther de Busseré was niet de eerste vrouwelijke burgemeester in de Belgische geschiedenis, maar toch één van de eersten. In de jaren vijftig van vorige eeuw was een vrouw in de politiek eerder een zeldzaamheid. Ze was dan ook een heel bijzondere dame, die haar mannetje stond in de politieke mannenwereld. Ik herinner mij haar als een zeer gedistingeerd persoon, steeds in keurig mantelpakje en een hoed (dikwijls met brede rand) en toch ook volks in omgang (een beetje type koningin-moeder). Ze is de grootmoeder van de Zultse notaris Xavier Van den Weghe en overgrootmoeder van Geraldine Van den Weghe.
De verkiezingen in 1970 zijn historisch voor Olsene: bij de vorige verkiezingen had de “clan van het kasteel”, geleid door Jozef de Mahieu, steeds het onderspit gedolven tegen de partij van Esther de Busseré. In 1970 (laatste maal dat er in Olsene een burgemeester verkozen wordt, want vanaf 1976 spreken we over de fusiegemeente Zulte) kwamen er echter 3 partijen op en Antoine de Mahieu, zoon van Jozef en kleinzoon van de vroegere burgemeester-kasteelheer Stanislas Piers de Raveschoot, slaagt er in om samen met de andere partij de meerderheid te breken en zo op de valreep toch nog in toch nog eens een burgemeestersjerp voor de “partij van het kasteel” binnen te halen!
Esther verlaat de politiek en trekt zich terug in haar villa Rozenhof, waar ze tot op het einde van haar leven zal verblijven. Ze overlijdt in 1998 op 100-jarige leeftijd.
Een leuke anekdote: Esther was niet in Olsene geboren maar in het West-Vlaamse Ledegem. Op het einde van WOI kwam ze in Olsene bij een familielid terecht, want hun woning in Ledegem was tijdens de bevrijding zwaar beschadigd geraakt. Esther was zeer godvruchtig en ging dagelijks bidden aan Olsene Rotse. Een ander persoon die daar regelmatig ging bidden was...Jozef Van den Weghe. En zo hebben beiden elkaar leren kennen en van ‘t een is ‘t ander gekomen.
Nog een leuk weetje. Na WOII werd de kerk van Olsene hersteld en vanaf 1953 terug in gebruik genomen. De houten noodkerk (stond langs de Staatsbaan, waar nu residentie Noodkerk is) dateerde al van tijdens WOI en was gebouwd door notaris Verougstraete op grond van de familie Piers de Raveschoot. Tussen beide WO werd de noodkerk gebruikt als parochiezaal. Na het herstellen van de kerk vond Esther de Busseré als burgemeester het niet meer opportuun om een zaal van de “clan van het kasteel” als parochiezaal te gebruiken. Naast haar villa Rozenhof bezat ze een braakliggend stuk grond waarop ze haar eigen parochiezaal Sint Pieters liet optrekken (latere Jeugdheem, nu bandencentrale). Zelf heb ik heel goeie herinneringen aan deze zaal: ik heb er mijn eerste kleurenfilm gezien, het optreden van de 3 charels meegemaakt, en Esther de Busseré persoonlijk ontmoet tijdens de prijsuitreiking na de examens in het eerste studiejaar... (Willy Nachtergaele)
Bron: Geschied- en Heemkundige kring van Zulte
Bron: Agentschap Onroerend Erfgoed 2020: Villa Rozenhof [online] https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/38427