Geschiedenis van ons dorp
OWti3 Gebeurtenissen uit het eigen leven en uit de geschiedenis verkennen en in de tijd situeren
Historische en natuurhistorische elementen uit hun omgeving zoals voorwerpen, verhalen, fossielen… exploreren en ze globaal situeren op een tijdlijn
Historische en natuurhistorische elementen uit hun omgeving zoals voorwerpen, verhalen, fossielen… exploreren en ze globaal situeren op een tijdlijn
Als de mensen het hebben over de verklaring van de plaatsnaam Olsene, dan willen de standpunten nogal eens verschillen. De plaatsnaam Olfne verschijnt voor het eerst in 814 in de bronnen. De nederzetting is wellicht nog wat ouder. Dit blijkt ondermeer uit de keuze van de parochiale patroonsheilige Sint-Pieter. Die is namelijk verbonden aan de Karolingische periode. In zijn huidige vorm wordt de naam voor het eerst gesignaleerd in openbare akten van het jaar 1088. Daar trad ene Willem van Olsene op als getuige bij een akte. Het vernieuwde dorpsplein werd trouwens naar deze Willem van Olsene genoemd.
Het blijft echter gissen naar de ware geschiedenis van de naam. Sommigen zien hem als een afleiding van het oude OLLE (wat ster betekent) of van OLE en OL (wat in het oud-Diets de bedding van een beek of een waterloop is). Alweer anderen zeggen dat de naam eigenlijk voortkomt van HOLT-SNE en dat zouden ze dan willen verklaren als houtsnede of beter nog door snede in het bos. Olsene zou ontstaan zijn als een open plek midden in het bos.
Wie in de 12e, 13e en 14e eeuw in het bezit was van de dorpsheerlijkheid Olsene is grotendeels onbekend gebleven. Of de enkele overgeleverde naamdragers van "Olsene" ooit dorpsheren van Olsene waren, is niet meer met zekerheid te bewijzen. Doch het lijkt wel waarschijnlijk dat ze dat waren.
De dorpsheerlijkheid van Olsene was van oudsher een "vrij eigendom", dit wil zeggen dat de plaatselijke heer hoge rechtsmacht bezat en alleen afhing van "God en de zon".
Wie het vrij eigendom bezat, was heer van Olsene. Tot 1350 is er, behalve over Willelmus van Olsene (1088) en Geraard en Eustaes van Olsene (1218), niet veel geweten over de Heren van Olsene
In het laatste kwart van de 14e eeuw ontmoeten we Pieter van der Zijpe als eigenaar. Vanaf 1440 kwam Olsene in het bezit van de familie Quévin. Door zijn huwelijk in 1502 met Jacoba Quévin werd Pieter Lanckhals de nieuwe heer. Dit geslacht werd pas na 1727 opgevolgd door de familie de Kerckhove. De zetel van de heerlijkheid was het "Hof te Walle" met omgrachte motte en uitgestrekt park (nu het kasteel).
De historische archieven zijn nogal karig met gegevens over Olsene. Verteld wordt dat de Malcontenten hier tijdens de godsdienstoorlogen zozeer kwamen roven en plunderen dat vrijwel de gehele bevolking naar Gent vluchtte.
Verder had Olsene erg te lijden van wapengeweld toen de Spaanse troepen in 1596 een door hen opgeworpen schans aan de Leie bezetten. Later trok een deel van het Franse leger hier op een geïmproviseerde brug over de Leie naar Tielt. De Franse bezetting in 1645-1646 ruïneerde de gemeente totaal. De latere invallen van Lodewijk XIV waren niet minder rampzalig. Door de oorlogen van de 18e eeuw zat Olsene helemaal aan de grond. De Fransen eisten zware belastingen waaraan de inwoners niet konden voldoen. De toestand was niet houdbaar. Het bevolkingscijfer daalde en de gemeente kende een periode van verval. In 1735 toonden de Fransen zich mild en werd een vermindering van belastingen toegestaan.
In het begin van de 18e eeuw werd een groot deel van de dorpskern, die zoals bij de andere Leiedorpen langs de Leie gelegen was, verwoest. Door het toenemend belang van nieuwe verkeerswegen, de steenweg en de spoorweg Gent-Kortrijk in de 19e eeuw heeft het dorpscentrum zich toen verplaatst naar de vroegere Stationsstraat (thans Centrumstraat), de verbinding tussen de steenweg en het station. De nieuwe kerk, de pastorie, het gemeentehuis en de school werden hier geconcentreerd.
De landbouw, met een belangrijke specialisatie in de vlasteelt, was steeds een voorname inkomstenbron. In het begin van de 20e eeuw waren nog minstens een 15-tal Leieroterijen op het grondgebied. Nu zijn er nog slechts een paar vlasverwerkende bedrijven gevestigd.
In de loop van de 20e eeuw ontstond er een zekere industrialisatie met productiecentra van textielwaren, meubelen, landbouwmachines en -gereedschap en lederwaren. Toch moest een groot deel van de actieve bevolking pendelen, wat tot op heden het geval is.
Sedert 1 januari 1977 is Olsene gefusioneerd met Machelen en Zulte. Daarvoor telde het ruim 3200 inwoners.
Meer info over de geschiedenis vind je op de website van de heemkundige kring.
Het blijft echter gissen naar de ware geschiedenis van de naam. Sommigen zien hem als een afleiding van het oude OLLE (wat ster betekent) of van OLE en OL (wat in het oud-Diets de bedding van een beek of een waterloop is). Alweer anderen zeggen dat de naam eigenlijk voortkomt van HOLT-SNE en dat zouden ze dan willen verklaren als houtsnede of beter nog door snede in het bos. Olsene zou ontstaan zijn als een open plek midden in het bos.
Wie in de 12e, 13e en 14e eeuw in het bezit was van de dorpsheerlijkheid Olsene is grotendeels onbekend gebleven. Of de enkele overgeleverde naamdragers van "Olsene" ooit dorpsheren van Olsene waren, is niet meer met zekerheid te bewijzen. Doch het lijkt wel waarschijnlijk dat ze dat waren.
De dorpsheerlijkheid van Olsene was van oudsher een "vrij eigendom", dit wil zeggen dat de plaatselijke heer hoge rechtsmacht bezat en alleen afhing van "God en de zon".
Wie het vrij eigendom bezat, was heer van Olsene. Tot 1350 is er, behalve over Willelmus van Olsene (1088) en Geraard en Eustaes van Olsene (1218), niet veel geweten over de Heren van Olsene
In het laatste kwart van de 14e eeuw ontmoeten we Pieter van der Zijpe als eigenaar. Vanaf 1440 kwam Olsene in het bezit van de familie Quévin. Door zijn huwelijk in 1502 met Jacoba Quévin werd Pieter Lanckhals de nieuwe heer. Dit geslacht werd pas na 1727 opgevolgd door de familie de Kerckhove. De zetel van de heerlijkheid was het "Hof te Walle" met omgrachte motte en uitgestrekt park (nu het kasteel).
De historische archieven zijn nogal karig met gegevens over Olsene. Verteld wordt dat de Malcontenten hier tijdens de godsdienstoorlogen zozeer kwamen roven en plunderen dat vrijwel de gehele bevolking naar Gent vluchtte.
Verder had Olsene erg te lijden van wapengeweld toen de Spaanse troepen in 1596 een door hen opgeworpen schans aan de Leie bezetten. Later trok een deel van het Franse leger hier op een geïmproviseerde brug over de Leie naar Tielt. De Franse bezetting in 1645-1646 ruïneerde de gemeente totaal. De latere invallen van Lodewijk XIV waren niet minder rampzalig. Door de oorlogen van de 18e eeuw zat Olsene helemaal aan de grond. De Fransen eisten zware belastingen waaraan de inwoners niet konden voldoen. De toestand was niet houdbaar. Het bevolkingscijfer daalde en de gemeente kende een periode van verval. In 1735 toonden de Fransen zich mild en werd een vermindering van belastingen toegestaan.
In het begin van de 18e eeuw werd een groot deel van de dorpskern, die zoals bij de andere Leiedorpen langs de Leie gelegen was, verwoest. Door het toenemend belang van nieuwe verkeerswegen, de steenweg en de spoorweg Gent-Kortrijk in de 19e eeuw heeft het dorpscentrum zich toen verplaatst naar de vroegere Stationsstraat (thans Centrumstraat), de verbinding tussen de steenweg en het station. De nieuwe kerk, de pastorie, het gemeentehuis en de school werden hier geconcentreerd.
De landbouw, met een belangrijke specialisatie in de vlasteelt, was steeds een voorname inkomstenbron. In het begin van de 20e eeuw waren nog minstens een 15-tal Leieroterijen op het grondgebied. Nu zijn er nog slechts een paar vlasverwerkende bedrijven gevestigd.
In de loop van de 20e eeuw ontstond er een zekere industrialisatie met productiecentra van textielwaren, meubelen, landbouwmachines en -gereedschap en lederwaren. Toch moest een groot deel van de actieve bevolking pendelen, wat tot op heden het geval is.
Sedert 1 januari 1977 is Olsene gefusioneerd met Machelen en Zulte. Daarvoor telde het ruim 3200 inwoners.
Meer info over de geschiedenis vind je op de website van de heemkundige kring.
Veranderingen in de tijd...
Met het 4e leerjaar gingen we op stap met enkele oude postkaarten. Die vonden we terug in het boekje "Olsene, zo was het vroeger" van Daniël Vanquickelberge
(Met dank aan de heemkundige kring voor de toestemming tot publicatie)
We stelden vast dat ons dorp toch wel heel erg veranderd is.
(Met dank aan de heemkundige kring voor de toestemming tot publicatie)
We stelden vast dat ons dorp toch wel heel erg veranderd is.
De kerk aan de Leie:
Op deze postkaart zien we de kerk aan de Leie (van 1580 tot 1880) met de ommuurde begraafplaats. De Leie was toen nog niet rechtgetrokken en liep voorbij de kerk. Ondertussen is de kerk verplaatst naar de Centrumstraat. Enkele de begraafplaats is gebleven. Het huis op de voorgrond op de postkaart bestaat ook vandaag nog steeds. |
Het gemeentehuis:
Het gemeentehuis op deze postkaart werd gebouwd in 1842. Rechts was de onderpastorij en achter het hekwerk lag de dieper gelegen pastorij. Ondertussen werd een volledig nieuw gemeentehuis gebouwd. De oude pastorij werd omgevormd tot een restaurant. |
Brouwerij Damberd:
Hier zie je een postkaart van de brouwerij na de beschieting van 1918. In de kelders van de brouwerij hadden de omwonende dorpelingen een goed schuiloord gevonden. Ondertussen werd de brouwerij verbouwd tot een wooncomplex. De oude schoorsteen is overgebleven en herinnert ons aan vroeger. |
Het kasteel:
Deze postkaart dateert van 1697. De toenmalige burcht van Olsene is afgebroken in 1848, alleen de fundamenten bleven staan. Bij het bouwen van het nieuwe kasteel, werd de ondergrond droog gehouden met gestapelde runderhuiden, met daarop duizend heipalen (kloeke eiken boomstammen, rotten niet in het water) die het kasteel ondersteunen. Het kasteel werd gebouwd in 5 jaar, een record in die tijd. |
De dorpskom:
Op de prentkaart zien we de oude dorpskom in 1903, de weg van Gent naar Kortrijk. Links de vroegere afspanning De Zwaan, rechts het kasteel van Dr. Kluyskens de Borghraeve, nu eigendom van de familie Van Den Weghe. Op de hoek van de 's Graevenstraat (ook wel gekend als het Brouwerijstraatje) stond een hoge petrollantaarn, voor de vrachtrijders van toen de vuurtoren van de thuishaven. De Zwaan is afgebroken, maar het kasteeltje staat er nog steeds, wel gerestaureerd door de huidige eigenaars. |
Het klooster:
Het klooster werd gebouwd in 1872 door de familie Piers de Raveschoot-Surmont de Volksberge. Vroeger was hier naast de school ook nog een rusthuis ingericht. De oude klaslokalen rechts werden rond 1935 vervangen door nieuwe lokalen. Ondertussen is het klooster helemaal omgebouwd tot onze school en zijn alle rusthuiskamers verdwenen. Er werden ook enkele nieuwe lokalen en een sportzaal bijgebouwd. |
Brughuis en Leiebrug:
In 1876 werd de stalen Leiebrug voltooid, kostprijs 113.900 fr. Deze brug bevorderde een snelle verbinding Oudenaarde-Tielt. De herberg "Het Veerhuis" (er was toen ook een veer over de Leie) onderging een naamsverandering en werd "Het Brughuis". Ondertussen werd de Leie rechtgetrokken en ligt die nu wat verder van het Brughuis. De taverne zelf is gebleven. |
De Gouden Leeuwplaats:
De dorpsplaats, ook wel Gouden Leeuwplaats genoemd, tot 1930. De afspanning "De Gouden Leeuw" (nu is hier een computerwinkel gevestigd) dateert van voor 1790. In 1796 werd hier de wekelijkse marktdag ingesteld, aanvankelijk op donderdag, later op dinsdag met avondmarkt. De markt werd verlicht door petrollantaarns. Een wegwijzer duidde de weg Gent-Kortrijk en Tielt-Oudenaarde aan. |
Spoorweg Gent-Rijsel:
Door de aanleg van de spoorweg Gent-Rijsel werd de eerste stap gezet naar de economische groei van ons dorp. Op de prentkaart van 1906 zien we het reizigersstation dat in 1839 op de septemberkermis feestelijk werd geopend. Een treinreis van Olsene naar Gent duurde toen 40 minuten en kostte één frank. Ondertussen heeft het station plaats gemaakt voor enkele huizen en werd er ook een nieuwe brug over de spoorweg aangelegd. |
De Zwaan:
Afspanning De Zwaan was meer dan 100 jaar de trots van de familie Van Hoecke. In de achtergrond zie je ook reeds het nieuwe gebouw verschijnen. Oorspronkelijk stond De Zwaan aan de kant van de kerk, waar nu de parking ligt. Wegens de verbreding van de Grote Steenweg werd De Zwaan afgebroken en nam de familie haar intrek in het gebouw aan de overkant van de straat, naast Het Landbouwershuis. Ondertussen is er nu geen restaurant meer. |
ZILL-doelen bij deze leeruitstap:
- OWti3 Gebeurtenissen uit het eigen leven en uit de geschiedenis verkennen en in de tijd situeren. - OWru7 Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en kunnen toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten. - IVds1 De complexitieit van gebeurtenissen in de wereld ervaren, vaststellen en uitdrukken welke de gevolgen ervan zijn hier en elders, nu en later. |